De comeback van Kim Clijsters laat niemand in de tenniswereld onberoerd. Ook ex-tennisster Daniela Hantuchova, die in New York commentaar geeft voor Amazon Prime, heeft niets dan bewondering voor de Belgische. “Als ik Kim zie, vraag ik me af of ik ook niet op het veld zou moeten staan, in plaats van in de televisiestudio’s”, aldus de Slowaakse in een interview met de WTA.
Hantuchova, die in 2003 op de vijfde plaats op de wereldranglijst stond, kent Clijsters natuurlijk erg goed. De twee speelden maar liefst twaalf keer tegen elkaar, amper één keer kon de Slowaakse aan het langste eind trekken. In 2002 speelden de twee ook een aantal dubbeltoernooien samen.
“Als ik Kim zie, vraag ik me af of ik ook niet op veld zou moeten staan, in plaats van in de televisiestudio’s”, aldus Hantuchova. “Ik ben zo blij voor haar. Het is een geweldig verhaal en ik hoop dat ze het goed zal doen. Ik duim dat ze blessurevrij kan blijven, want tennis is heel belastend voor het lichaam. Door de lockdown start iedereen wel een beetje van nul af aan, iedereen zit in hetzelfde schuitje.”
Serena
Hantuchova blikte in het gesprek ook vooruit op de prestaties van Serena Williams. “Ze is zo een grote kampioene en ze blijft steeds aanpassingen doen om nog beter te worden. Haar tegenstanders moeten steeds nieuwe manieren vinden om haar te verslaan. Het wordt fysiek wel uitdagender voor haar, dus ze moet er wel rekening mee houden dat speelsters gelijke tred met haar kunnen houden, terwijl ze vroeger die meisjes van het terrein blies.”
De US Open wordt gespeeld zonder publiek, achter gesloten deuren. Volgens de Slowaakse kan dat voor Serena, die op jacht gaat naar haar 24ste Grand Slam, een voordeel zijn. “Ze voelt misschien de druk en de verwachtingen, maar dan is het misschien net goed dat er geen publiek is.”
“Het is uiteraard zwaar voor de spelers en speelsters om in de bubbel te moeten blijven, maar feit is dat de meesten toch altijd in hetzelfde restaurant eten. Er verandert op zich niet heel erg veel. Het lijkt misschien op een saaie routine, maar het is wel hoe de meeste spelers op de tour zich gedragen.”