De ATP lijkt gehoor te geven aan de oproep van de spelers om het prijzengeld voor de kleinere toernooien te verhogen. Voorts stellen ze nog enkele andere verbeteringen voor, zoals een betere aansluiting van de Challengertoernooien op de ATP-tour, waardoor de spelers minder moeten reizen. De ATP Challengertour omvat ongeveer 150 toernooien per jaar, en dient als springplak voor spelers naar het ATP-circuit.
Afgelopen week getuigden Sander Gillé, Magali Kempen en Niels Desein reeds over de moeilijke financiële situatie op het ITF-circuit. Terwijl de ITF pas in maart bijeenkomt om een oplossing te zoeken, kwam de ATP reeds vorige week met enkele verbeteringen.
De verhoging van het prijzengeld komt er in de laagste categorie. Waar nu het minimum op $ 40 000 + hospitality (overnachtingen en eten voor de spelers op de hoofdtabel) ligt, zou het minimum in 2017 $50 000 + H moeten bedragen. Met onmiddellijke ingang subsidieert de ATP vanaf 2015 ook al de toernooien die nu onder dit niveau liggen, om het prijzengeld op te trekken.
Chris Kermode, President van de ATP, verklaarde “Het professionele mannentennis kent één van zijn meest succesvolle periodes in de geschiedenis. Het is essentieel dat we de groei stimuleren op alle niveaus van het spel. Bijna elke speler verdient zijn strepen op de ATP Challenger Tour voordat ze het maken op de ATP World Tour. Door het prijzengeld op te trekken, helpen we hen om een professionele carrière uit te bouwen”.
Daarnaast zal de ATP ook extra scheidsrechters, fysiotherapeuten en personeel ter beschikking stellen voor verschillende toernooien. Het is ook de bedoeling dat de kalender geografisch beter aansluiting vindt bij de ATP World Tour. De ATP werkt verder ook samen met de ITF om een betere doorstroming van het Futures- naar het Challengerniveau te bewerkstelligen.
