Het Belgisch Davis Cup-team staat voor een loodzware opdracht tegen de Verenigde Staten in de Davis Cup. Toch blijven de kapitein en zijn spelers positief, en is het vooral voor de nieuwkomers in het team een mooie ervaring.
Joris De Loore (ATP-319) opent vrijdag de debatten tegen John Isner (ATP-9). Angst voor de confrontatie heeft hij niet: “Het is een ongelofelijke ervaring voor mij om hier te openen tegen John, ik geloof in een stunt, op eender welk niveau is er altijd iets mogelijk. Hij is natuurlijk in grote vorm, ik zal me honderd procent geven en dan zien we wel waar we uitkomen. Ik ga me op mijn eigen spel concentreren, hij zal natuurlijk ongelofelijk serveren, dus ik zal vooral me moeten concenteren op mijn service en agressief moeten spelen.”
Ook Ruben Bemelmans (ATP-110), die de Amerikaan Sam Querrey (ATP-14) in de ogen kijkt, blijft positief: “Ik geloof zeker en vast in een stunt, ik heb een redelijk hoog en constant niveau gehaald de laatste maanden. De sleutel zal zijn dat ik hem niet laat domineren, dat zal zeker moeilijk zijn met zijn big serve. Ik zal goed en agressief moeten blijven zodat hij de rallies niet kan dicteren. Drie jaar geleden speelde ik tegen Querrey in Nice, dat zal me zeker helpen. Het is een grote speler, maar dat maakt hem ook wat minder snel op het terrein. Ik zal hem moeten laten lopen. Ik weet dat ik veel aces om mijn oren ga krijgen, dus ik weet waaraan ik me kan verwachten.”
Nieuwkomers Sander Gillé (ATP D-84) en Joran Vliegen (ATP D-98) voelen zich inmiddels opperbest in het team: “We zijn hier heel goed ontvangen en hebben goed getraind. Normaal reizen we alleen, zonder coach, en nu zijn er zoveel mensen die ons omringen. Dat is een hele leuke ervaring en we hopen zaterdag een goede prestatie neer te zetten”.
Voor coach Johan Van Herck is de ontmoeting vooral geslaagd als de spelers het plan perfect uitvoeren: “We moeten vooral naar onszelf kijken, naar onze mentaliteit. We mogen ons niet laten demotiveren en moeten kleine kansjes grijpen. Als we hard werken en een goede attitude hebben, dan is er misschien iets mogelijk”.