In 2001 liet Roger Federer (ATP-10) voor het eerst echt van zich horen. Op het indoor toernooi van Milaan won de toen 19-jarige Zwitser voor het eerst een ATP-toernooi.
Eerder dat jaar kon hij samen met Martina Hingis de Hopman Cup winnen, het officieuze kampioenschap voor gemengde landenteams. In 1999 liet de voormalige nummer één bij de juniors zich al opmerken door Carlos Moya te verslaan, die op dat moment in de top 5 van de wereld stond en een paar weken later nummer één zou worden.
(null)
(null)
In 2001 was het dus voor de eerste keer raak in Milaan waar hij in de finale de Fransman Julien Boutter versloeg. Later dat jaar haalde Federer voor het eerst de kwartfinale van een Grand Slam op Roland Garros en op Wimbledon waar hij in de vierde ronde zijn grote idool Pete Sampras kon verslaan in vijf sets.
(null)
(null)
De teller blijft lopen
Ondertussen staat de teller van Federer op 89 titels uit 137 finales. Enkel Jimmy Conners (109) en Ivan Lendl (94) doen beter. De inmiddels 35-jarige Zwitser is nog niet klaar met winnen getuige zijn recente overwinning op de Australian Open, zijn achttiende Grand Slam (een record). Hoeveel titels zal hij nog kunnen binnenrijven?
(null)
(null)