David Goffin (APT-12) is al de succesvolste Belgische tennisser ooit. Geen andere Belg stond ooit in de top tien van de ATP-ranking. De Luikenaar is van december 1990 en heeft als 26-jarige dus nog een paar piekjaren voor zich. Hoe hoog reikt zijn plafond?
Op 13 februari 2017 had Goffin het eindelijk geflikt: hij stond op nummer tien van de tennisranglijst. Al een paar maanden zat hij dicht tegen die grens aan. Sowieso was hij al de hoogst gerangschikte Belgische tennisser ooit, want dat record kreeg hij in handen toen hij de negentiende plaats van Xavier Malisse verbrak. Malisse bereikte dik tien jaar geleden zijn piek en schopte het ooit tot de halve finale van Wimbledon. Goffin is op de grote toernooien, de Grand Slams, nog niet voorbij de kwartfinales geraakt.
Goffin zal dus nog wel iets meer moeten doen dan alleen in de top tien staan om Malisse in alle opzichten te overtreffen. De belangrijkste opdracht is: meer titels winnen. Goffin is een constante speler die zelden al vroeg in een evenement faalt, maar bij bookmakers als Betway (waar je natuurlijk ook kan wedden op andere sporten, zoals voetbal) begint hij meestal ook niet als topfavoriet aan toernooien. Momenteel staat hij op twee ATP-titels, beide behaald in 2014, dus die beginnen te verstoffen.
Om het in perspectief te plaatsen: Malisse won in zijn loopbaan drie ATP-titels; daarna volgen de heren met twee titels: Olivier Rochus, Filip Dewulf, Steve Darcis en dus Goffin. Sinds hij in september 2014 toesloeg in Metz, verloor Goffin nog zes ATP-finales. Verlies tegen Roger Federer, Grigor Dimitrov en Jo Wilfried Tsonga is acceptabel, maar in de wedstrijden tegen Nicolas Mahut, een toen nog jonge Dominic Thiem en Nick Kyrgios won hij in totaal slechts één set.
Nu raken we het kwetsbare punt van Goffin: heeft hij wel de firepower in huis om de allergrootste talenten van de wereld te verslaan? De score van twee gewonnen en zes verloren finales is niet rampzalig, dat ligt anders met de score van 5 gewonnen partijen in 37 matches tegen toptienspelers. Dewulf gaf deze analyse van zijn landgenoot: “Hij is bescheiden, heeft weinig uitstraling en zijn tennis is niet flitsend.”
Een ietwat te harde analyse wellicht, want het spel van Goffin ademt technische perfectie en creativiteit. Juist omdat hij geen opslagkanon is en niet blind de ballen zo hard mogelijk terugslaat, moet hij het hebben van denkwerk en plaatsing. Dat blijkt ook uit zijn opslag-statistieken. Goffin wint gemiddeld 79 procent van zijn servicegames, waarmee hij nog maar net tot de top 40 behoort. Retourneren is wel zijn specialisme, want hij pakt in 31 procent van de gevallen het opslagspel van zijn tegenstander af. Dat is de zesde beste score op de ATP-tour. Goffin moet hard werken voor zijn punten, maar zodra hij zijn kans ruikt, slaat hij genadeloos toe. Dat blijkt uit zijn score qua punten winnen op de tweede service van de opponent: ruim 56 procent. Alleen Djokovic deed dat in de afgelopen twaalf maanden beter.
Het is zeker mogelijk om de opslag te versterken, Nadal slaagde daar ook op latere leeftijd nog in. Is dat gelukt, dan zitten (minstens) een halve finale op een Slam en een nog hogere ranking er echt wel in.
