Home » Geen categorie » Op zoek naar het plafond van David Goffin

Op zoek naar het plafond van David Goffin

Op zoek naar het plafond van David Goffin

Share on facebook
Share on twitter
Share on whatsapp
Share on linkedin
Share on email
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on linkedin
LinkedIn
Share on email
Email

David Goffin (ATP-11) struikelde in de vierde ronde van Wimbledon over Milos Raonic (ATP-7). Daardoor prijkt de Belg nog altijd net niet in de mondiale top tien. Maar dat is volgens Erik Hutchison van grandslamtoernooi.nl slechts een kwestie van tijd. Hoe hoog zal de 25-jarige Luikenaar daarna kunnen reiken? Hutchison kroop voor Tennisplaza België in zijn pen en analyseert de mogelijkheden.

De eerste keer dat Goffin voor een miljoenenpubliek speelde, was toen hij in 2012 de vierde ronde bereikte van Roland Garros. Het was in die vierde ronde, tegen een van de grootheden van de tennissport: Roger Federer (ATP-3). Goffin, toegelaten tot de Franse Open als een lucky loser, gaf de Zwitserse meester serieus weerwerk. Uiteindelijk verloor hij in vier sets.

Goffin maakte er geen geheim van dat hij als jongeling enorm opkeek tegen Federer. “Ik zal het niet verzwijgen, dat vroeger mijn slaapkamer volgeplakt was met posters van Federer”, zei Goffin. Federer had een paar, misschien plichtmatige, maar toch ook gemeende lofuitingen over voor de Belg. “Hij speelde geweldig en met zijn talent is de top twintig mogelijk.”

Destijds stond Goffin 109 op de ATP-ranking en na de Franse Open steeg hij naar plek 66. Tegen de tijd dat Roland Garros 2013 begon, had hij even plek 45 aangetikt maar was hij gezakt naar 58. Geen schande, zo’n fluctuerend traject past bij spelers van begin 20. De loting zat echter niet mee, want in Parijs ging hij in de eerste ronde direct onderuit tegen Novak Djokovic.

Het wierp Goffin terug naar plek 84 en in de zomer viel hij zelfs uit de top 100. Hij werd gedwongen kwalificaties te spelen van kleinere toernooien, maar slaagde er zo goed als altijd in om de hoofdtabel te bereiken. Daarin ging het te vaak mis, waarna Goffin in 2014 zijn toevlucht nam tot challengers, de tweede divisie van het proftennis.

De ommekeer kwam er in augustus 2014, toen hij op het graveltoernooi te Kitzbuhel zijn eerste titel won. Daarbij bereikte hij ook nog de derde ronde van de US Open, pakte hij de titel in Metz en een finaleplek in Basel en sloot hij het jaar af als 22e. In 2015 kroop hij langzaam maar zeker richting de top tien, onder meer via finaleplaatsen in Gstaad en Rosmalen, de vierde ronde op Wimbledon en de kwartfinale op het masterstoernooi in Rome.

Als nummer zestien begon Goffin aan 2016. Om de stap naar de tien beste van de wereld te maken, zou hij meer punten bijeen moeten sprokkelen op de masters en grand slams. Dat lukt tot nu toe prima: hij werd op de masters te Indian Wells en Miami pas in de halve finale gewipt en stond op Roland Garros 2016 voor het eerst in de kwartfinale van een slam.

Sterktes versus zwaktes

Nu is de vraag: wat zijn de sterke en zwakkere punten in het spel en de mentale aanpak van Goffin? Zijn coach Thierry Van Cleemput sprak in de aanloop naar Roland Garros over gedrevenheid, concentratie en overgave. Nu, dat zijn voor alle spelers kernbegrippen, maar toch zeker voor een speler van het type Goffin. Hij is 1,80 meter, wat valt onder het gemiddelde van de elitespelers, en behoort niet tot de krachtpatsers. Oftewel: hij moet het hebben van plaatsing, spreiding en defensieve arbeid.

Niet dat Goffin louter een counterpuncher is, want met zijn fluwelen touch oogst hij juist veel bewondering en geldt hij als een van de shotmakers van de tour. Feit is dat Goffin kwetsbaar is in zijn opslaggames. Hij staat in de subranglijsten qua percentage correcte eerste opslagen en percentage gewonnen punten op eerste opslag net aan in de top vijftig. Dientengevolge is zijn percentage gewonnen servicegames (70 procent in de vorige 52 weken) niet indrukwekkend.

Retourneren, daar ligt veeleer de kracht van Goffin. Alleen gravelbijter Granollers en toppers Djokovic en Murray deden dat in de vorige 52 weken beter, gemeten naar succes in het breken van tegenstanders. Goffin snoepte 50,4 procent van de servicespelletjes van zij opponenten af. “David moet begrijpen dat hij met zijn gestalte weinig makkelijke matchen zal spelen”, legt Van Cleemput uit. “Hij zal nooit kunnen opslaan als een John Isner. David is in staat iedereen te kloppen, maar hij kan evengoed verliezen als hij niet aan honderd procent speelt.”

Henin = fan

Justine Henin is een grote bewonderaar van Goffin en steekt haar adoratie voor haar landgenoot niet onder stoelen of banken. “Ik denk dat we in België niet goed beseffen wat hij aan het doen is”, zegt Juju. “Hij kan naar de top 10 klimmen en daar jaren blijven staan. Hij is zowel bescheiden als ambitieus én speelt erg intelligent.”

Waar het nu op aan zal komen: presteren onder druk en meer concreet gesteld: met goede opslagen voor de dag komen, ook op momenten wanneer 0-30 achter staat. De website van de ATP meldde in april dit jaar, dat Djokovic in die situaties toch nog 63 procent van die games wint. Goffin wint als hij 0-30 achter komt, slechts 32 procent van zijn servicegames. En bij het uitserveren van een set, heeft Djokovic een succesratio van 90 procent, Goffin van 68.

Dit zijn zaken die met ervaring, de juiste coaching en meer winstpartijen op zak kunnen verbeteren. Dan is er geen reden dat Goffin niet net zo hoog kan reiken als bijvoorbeeld Kei Nishikori, ook geen servicemonster, maar vorig jaar wel vierde op de wereldranglijst.

[alert type=”info” title=”Heb je zelf ook een eigenzinnige blik op de tenniswereld?”]
Tennisplaza België biedt graag een platform aan mensen met een hart voor tennis die zelf een keer in hun pen willen kruipen en hun eigenzinnige blik op de tenniswereld willen delen met andere tennisfans. Heb je zelf een goed idee voor een column die je wil schrijven of heb je ergens nog een interessant schrijfsel liggen, mail het ons dan door naar redactie@tennisplaza.be.
[/alert]

Tennisplaza

Tennisplaza

Meer nieuws