In aanloop naar zijn eerste wedstrijd op de European Open (België, € 660 375) stond Jo-Wilfried Tsonga (ATP-17) zonet de pers te woord. Opvallend was zijn diplomatische, voorzichtige aanpak.
Tsonga kwam erg kalm en ontspannen voor de dag. Na winst in Amsterdam tegen David Goffin (ATP-10) leek de Fransman op de sukkel. Hij werd geteisterd door blessures en goede resultaten bleven veelal uit. Niet verwonderlijk dus dat Tsonga’s eerste bekommernis pijnvrij spelen wordt. Zijn knie lijkt voorlopig stand te houden, een goede zaak voor het solide spel dat Tsonga meestal ten berde brengt.
Spectaculaire ambities koestert hij niet meteen. “Zo lang mogelijk meespelen, maar het begint in de eerste ronde en we zullen eerst zien wat dat geeft”, antwoordt hij bedachtzaam. “Niet alleen voor mijn lichaam maar ook voor mij persoonlijk is het nu belangrijk veel wedstrijden te spelen. Bovendien wil ik mijn ranking veilig stellen.”
Als junior speelde Tsonga eens in Charleroi, verder kan hij zich helaas niet veel herinneren van België. “De Fransen en de Belgen zijn eigenlijk hetzelfde”, besluit hij. Een allusie op zijn naam, Wil-Fried neemt hij aan, maar bekent erbij dat hij nog geen Belgische frietjes geproefd heeft.
Zelfs vragen over de naderende Davis Cup-finale konden hem niet uit zijn sloot slaan. Tsonga hoopt vooral fit te zijn en vreest daarbij een beetje voor de noodlottige planning van deze ontmoeting. “We staan aan het einde van het seizoen, de fitheid is dan altijd wat minder”. Afsluiten doet hij met de profetische woorden: “On vera bien”.