Op 16 en 17 september speelt België in Hasselt tegen Oezbekistan in de play-offs van Wereldgroep I. We schijnen even ons licht op het – relatief onbekende – team van Oezbekistan.
De hoogst geklasseerde speler is Khumoyun Sultanov (ATP-421). Hij behaalde in 2020 zijn hoogste notering (ATP-299). Dit jaar verloor hij finales in Astana (Kazachstan, CH50), in Saint Dizier (Frankrijk, M25) en in Al Zahra (Koeweit, M25).
Bekik hieronder de volledige finalewedstrijd van Sultanov in Al Zahra (en lees verder onder de foto)
De 22-jarige Sergey Fomin (ATP-700) is de tweede speler bij Oezbekistan. Vorig jaar won hij de toernooien in Nur-Sultan (Kazachstan, M25) en in Shymkent (Kazachstan, M15).
Dit jaar verloor hij in februari met 4-6 en 1-6 tegen Mackenzie McDonald (ATP-39) in de kwalificatieronde van de Davis Cup.
(lees verder onder de Instagrampost en de foto)
Maxim Shin (ATP-1482 en ATP D-778) is twintig jaar en haalde bij de junioren een hoogste positie van nummer 72 in 2021.
Amir Milushev (ATP-1948) is met zijn achttien jaar de jongste telg van het team. Hij verloor met 4-6 en 4-6 van de Amerikaan Denis Kudla (ATP-181) in de kwalificatieronde van de Davis Cup.
De kapitein van Oezbekistan is de 37-jarige Denis Istomin (ATP-1181). Hij speelt nu nog challengers en was ooit het nummer 33 van de wereld. In 2017 versloeg hij Novak Djokovic, toen het nummer 2 van de wereld, in de tweede ronde van de Australian Open (Australië, Grand Slam).
(lees verder onder de Instagramposts en de video)
“Extra moeilijkheid”
Hoewel het vertrouwen bij de Belgen aanwezig is, kan het wel eens lastig spelen worden tegen eerder onbekende spelers. Dat beseft ook Kimmer Coppejans (ATP-184), die enkel Istomin kent van naam.
“Een van de anderen heb ik wel eens zien spelen, maar ik ben zijn naam kwijt… Het wordt dus een stap in het onbekende. Dat maakt het wel wat lastiger. Ik ben iemand die graag de volgende tegenstander analyseert, een video bekijkt. Deze keer kunnen we de kwaliteiten van de tegenstander niet exact inschatten. Dat is een extra moeilijkheid, maar sowieso moeten we toch uitgaan van onze eigen sterkte.”