Heeft Novak Djokovic (ATP-1) de Australian Open gewonnen met een blessure of viel dat uiteindelijk wel mee? Het toernooi zit er op en dus wil de Serviër (eindelijk) praten over wat er aan de hand is/was.
In zijn derde ronde tegen Taylor Fritz (ATP-32) blesseerde Djokovic zich in de derde set. Hij won de partij, maar was openlijk bezorgd over het verdere verloop van zijn toernooi. “Er zit iets niet goed en dus weet ik niet of ik mijn volgende ronde tegen Milos Raonic (ATP-14) zal kunnen spelen”, zei de Serviër toen. Uiteindelijk won hij het toernooi, maar tot op het einde wou de Serviër geen commentaar kwijt over zijn toestand.
“Het is een scheur in mijn buitenste schuine buikspier”, vertelt Djokovic nu. “Ik voelde het gebeuren in de wedstrijd tegen Fritz, zoals ik in mijn interview na afloop toen ook vertelde. Het was een beetje gokken, maar ik dacht al wel dat het om een scheur ging.”
Kritiek
Djokovic kreeg daarop veel kritiek en ook Rafael Nadal (ATP-2) en zijn oom Toni mengden zich. “Het is onmogelijk om een toernooi als de Australian Open te winnen als je echt echt geblesseerd bent”, klonk het bij monde van Rafa. Oom Toni Nadal reageerde in zijn column in de Spaanse krant El País: “Ik zeg niet dat Djokovic liegt, maar het is wel opvallend hoe snel hij genezen lijkt te zijn na zijn woorden eerder.”
“Ik weet dat er heel wat werd gespeculeerd en mensen zich afvroegen hoe ik zo snel kon herstellen, dat zoiets onmogelijk is en dat ik deed alsof”, zucht Djokovic. “Kijk, iedereen mag een eigen mening hebben en anderen bekritiseren. Sommige zaken die werden verteld, voelden gewoon niet echt eerlijk aan. Maar goed, dit gebeurt niet voor het eerst en zal wellicht ook niet de laatste keer zijn.”
Spelen met pijn
“Tot 2 uur voor mijn vierderondewedstrijd wist ik niet of ik zou kunnen spelen”, geeft Nole nog toe. “Uiteindelijk wist ik dat ik zou moeten spelen met pijn en was ik mij ook bewust van het feit dat ik mijn blessure erger kon maken, maar het was de Australian Open en als er één toernooi is waar ik risico’s wil nemen, is het dit.”