Home » Grand Slam » Met racket bespanner én Belg Wim Janssens achter de schermen van Roland Garros: “Eén besmetting in ons team kan het einde van het toernooi betekenen”

Met racket bespanner én Belg Wim Janssens achter de schermen van Roland Garros: “Eén besmetting in ons team kan het einde van het toernooi betekenen”

Met racket bespanner én Belg Wim Janssens achter de schermen van Roland Garros: “Eén besmetting in ons team kan het einde van het toernooi betekenen”

Share on facebook
Share on twitter
Share on whatsapp
Share on linkedin
Share on email
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on linkedin
LinkedIn
Share on email
Email

Wim Janssens is als enige Belg actief in het officiële bespanningsteam op Roland Garros (Frankrijk, Grand Slam). Hij is trots, maar geeft toe dat het hard werken is. “Wij bespannen soms tot 18 uur per dag”, vertelt hij aan Tennisplaza.

Janssens maakt in Parijs deel uit van het befaamde Wilson Stringing Team, een team dat bekendstaat voor haar uitstekende kwaliteit en misschien wel de beste bespanners ter wereld heeft. Het is niet alleen actief op Roland Garros, maar ook op de US Open en andere prestigieuze toernooien. “In maart ben ik een dag gaan testen in Parijs en enkele weken later kreeg ik het bericht geselecteerd te zijn.”

Janssens vormt op Roland Garros een team met 22 andere bespanners en zeven front desk medewerkers komende uit Europa, de Verenigde Staten en Azië. “We starten om 7u ‘s ochtends en werken door tot bijna middernacht. We draaien dagen van 12 tot 18 uur om alle rackets naar de wensen van de spelers te bespannen. Dagelijks doen we er een vijfhonderdtal. Aan het einde van het toernooi zullen we er om en bij de vijfduizendvijfhonderd hebben gedaan.”

Uiterst nauwkeurig

Bij zijn ietwat ongewone job komt ook heel wat druk kijken, zo geeft Janssens toe. “Vooral tijdens on court bespanningen. Dit moet op een heel snelle manier en uiterst nauwkeurig worden uitgevoerd. De umpire belt dan vanop de stoel naar de stringing room om te melden dat er een racket aankomt van een bepaalde speler en het aantal kilo’s er op de besnaring moet. Het gebeurt dat een speler tijdens zijn of haar wedstrijd liever wat meer of minder kilo’s heeft en dat hij of zij plots drie rackets laat afgeven. Het is dan onze taak om deze rackets zo snel mogelijk terug bij de speler te laten brengen en dat geeft adrenaline ten top op zo’n moment.”

“De kunst is dan om kalm en geconcentreerd te blijven, een fout is immers snel gemaakt en dat zou betekenen dat de speler te lang op zijn rackets moet wachten. We kunnen ons gewoonweg niet veroorloven om fouten te maken, want de snaar van de speler is de motor van hun racket.”

Wim Janssens - © Wim Janssens
Wim Janssens – © Wim Janssens

(Geen) contact met spelers

Op een Grand Slam barst het – uiteraard – van de topspelers, maar die krijgt Janssens maar heel zelden te zien. “Meestal brengen de coaches de rackets. We hebben enkel contact met spelers op verzoek van henzelf. Het gebeurt wel eens dat een speler weet dat ik op een tornooi aan het werk ben en dan vraagt om zijn of haar rackets enkel door mij te laten doen, maar dat is meestal op kleinere toernooien. De spelers zijn daar veel relaxter dan op een Grand Slam.”

Janssens vertelt ons dat het een huzarenstukje is om de rackets van spelers naar hun specifieke wensen en tijdstippen te besnaren. “De ene wil ze de avond voordien terug, de andere liefst zo kort mogelijk voor de wedstrijd. Er zijn spelers die maar twee à vier rackets afgeven, terwijl een Serena Williams (WTA-9), Grigor Dimitrov (ATP-20) en Kei Nishikori (ATP-35) meteen tot wel tien stuks binnenbrengen. Zo ben je al snel een hele tijd bezig met één bepaalde speler.”

“Spelers slaan eigenlijk zelden snaren stuk. Sommigen wisselen elke set en anderen zelfs elke keer er van ballen wordt gewisseld. Dat doen ze omdat nieuwe ballen net iets harder vliegen. Met een nieuwe bespanning hebben ze iets meer controle omdat de spanning op het racket dan hoger is. Bij warm weer gaan spelers vaak wat hoger met het aantal kilo’s omdat de ballen dan harder vliegen en ze dan meer controle nodig hebben. Bij vochtig weer worden de ballen zwaarder en gaan spelers vaak met een iets lagere bespanning spelen om hun ballen iets dieper te krijgen. De laagste bespanning die we op Roland Garros moesten plaatsen was 9,5 kg, de hoogste maar liefst 40 kg!”

Eigen bubbel

Het team van bespanners leeft het hele toernooi lang in een eigen bubbel. “We moeten alle risico’s op COVID-19 zoveel mogelijk beperken. Eén enkele besmetting in ons team kan het einde van Roland Garros betekenen. Geen bespanners… geen rackets.”

Stringing Room - © Wim Janssens
Stringing Room – © Wim Janssens
Wilson Stringing Team - © Wim Janssens
Wilson Stringing Team – © Wim Janssens

Christophe Moons

Christophe Moons

Algemeen coördinator

Meer nieuws